Terugblik EU-project: efficiënter 3D-metaalprinten dankzij interdisciplinaire kruisbestuiving

Integrating Metal 3D Printing & Flexible Post Processing (3D&FPP)

Voor technologische innovaties is intensieve samenwerking essentieel. Als business developer bij InnovationQuarter jaagt Jacqueline Schardijn innovatieversterkende samenwerkingsverbanden aan. Hiermee helpt ze bedrijven om obstakels weg te nemen bij de implementatie van nieuwe technologieën en gezamenlijk technologische uitdagingen aan te gaan door expertise te bundelen. Een goed voorbeeld van zo’n samenwerkingsverband is 3D&FPP, dat staat voor Integrating Metal 3D Printing & Flexible Post Processing. Hiervoor haalde ze samen met een consortium aan bedrijven een Europese subsidie binnen. We blikken terug op anderhalf jaar voorbereiding en drie jaar internationale samenwerking.

3D-printen heeft veel voordelen, legt Jacqueline uit. “De techniek maakt het mogelijk om materiaal circulair te gebruiken, on demand te printen en complexe vormen te creëren. Met een freesmachine is dat onmogelijk. Ook is 3D-printen niet plaatsgebonden: hetzelfde digitale bestand met printinstructies kan talloze 3D-printers op evenzovele locaties aansturen. Een uitkomst wanneer de wereld, zoals nu door COVID-19, op slot zit.”

In tegenstelling tot andere technieken is 3D-printen bovendien additief. “Je bouwt iets uit niets: laagjes worden toegevoegd, in plaats van weggesneden uit een stuk materiaal. Daardoor houd je veel minder restmateriaal over.” Op die manier maakt 3D-printen efficiënte en duurzame productie mogelijk. Maar het nabewerkingsproces is kosten- en arbeidsintensief: “Het polijsten en frezen, net als het bouwen van de hiervoor benodigde klemmen, kost veel tijd en geld. Dit belemmert grootschalige inzet van 3D-printtechnologie.” Zonde van de techniek, vond Jacqueline. “Daarin zag ik een innovatiekans die de markt veel zou kunnen opleveren.”

Verwondering als vertrekpunt

Als business developer matcht Jacqueline de behoeftes van bedrijven met technologische ontwikkelingen. Haar uitgangspunt is de vraag van bedrijven, niet zozeer de technologiepush. “Een project begint meestal vanuit verwondering,” vertelt ze. “En nieuwsgierigheid naar de bottlenecks die de brede inzet van nieuwe technologieën vertragen.” Dat was ook het vertrekpunt voor haar onderzoek naar 3D-printen.

Vervolgens ging ze op zoek naar samenwerkingspartners. Hittech, ontwikkelaar van technologische systemen en onderdelen, was een van de bedrijven die ze benaderde. Directeur Marco Verloop gaf aan dat hij potentie zag in de commerciële kant van 3D-printen, maar dat de nabewerking, zeker bij metaalprinten, een groot obstakel vormde. “Het proces na het printen is arbeidsintensief en kost veel geld.” Dat antwoord gaf Jacqueline inzicht in de knelpunten. “Ik vroeg door: wat maakt het dan zo arbeidsintensief?”

De vervolggesprekken vormden de basis voor 3D&FPP, een interdisciplinair project om de uitdagingen rond het nabewerken van 3D-metaalprinten cross-sectoraal aan te pakken. Het doel: de productietijd halveren en de productiekosten met 30 procent reduceren. Daarvoor was subsidie nodig. Met het conceptplan stapte Jacqueline naar Interreg 2 Zeeën, een Europees programma voor de kustgebieden van Engeland, Frankrijk, Nederland en België. Na een intensief traject werd het concept goedgekeurd. “Goed nieuws natuurlijk, maar een subsidie van 3,5 miljoen euro in het vooruitzicht betekende ook: meer partners.”

Bouwen aan vertrouwen

De bureaucratie die een grote Europese subsidie meebracht, schrok een aantal partners af. “Daardoor moesten we helaas op zoek naar een andere hoofdpartner,” vertelt Jacqueline. In haar rol heeft ze veel te maken met dit soort vertrouwenskwesties. “Achter de schermen zijn business developers veel in gesprek met de partners over hun individuele belangen. Zo krijg je uiteindelijk het overkoepelende doel helder en een go van alle partijen.” Op die manier wist Jacqueline de juiste partijen toch aan boord te houden, al dan niet in een andere rol dan in eerste instantie afgesproken. Bijvoorbeeld als facilitator van werkplaatsen en apparatuur.

Als penvoerder stapte Hogeschool Rotterdam in, vanwege de ruime ervaring met multidisciplinair werken. Het doel van 3D&FPP sloot precies aan op het werkveld van de school, vertelt programmacoördinator Mariëlle van Dijk. “We willen studenten in aanraking brengen met nieuwe technologieën en ze laten meedenken over actuele vraagstukken uit het bedrijfsleven.”

Daarnaast schakelde Jacqueline onderzoekscentrum TNO in, met als opdracht om klemmen te ontwerpen die zich aanpassen aan de organische vormen van 3D-geprinte objecten. Het Belgische softwarebedrijf ARGON Measuring Solutions sloot aan om scansoftware te ontwikkelen. Marco (Hittech): “Door het geprinte onderdeel te scannen kun je veel nauwkeuriger nabewerken.”

Internationale marktkansen

Het samenwerkingsverband was nu bijna rond: een voorwaarde voor de subsidie van Interreg was deelname van een bedrijf of organisatie uit ieder land van het subsidieprogramma. Via Hittech kwam Jacqueline in contact met de Britse University of Exeter. Jacqueline: “Die kon ons onder meer helpen bij het ontwikkelen van het algoritme dat TNO nodig had voor de klemmen.”

Vanuit Frankrijk sloot Northern France Innovation Development aan als een van vele zogeheten observer partners. Hun taak in het geheel is het aandragen van use cases, praktijktoepassingen van de nieuwe technologie. “Wij business developers kijken altijd naar de marktkansen van onze innovaties,” legt Jacqueline uit. “Dankzij de observer partners konden we aantonen dat de markt behoefte had aan ons werk.” Dit betrof met name de CNC-markt: bedrijven die werken met computergestuurde werktuigmachines (computer numerical control). “Machinefabriek Bolier, wereldwijde leverancier van scheepsmotoren, gaf bijvoorbeeld aan hun producten te willen moderniseren met 3D-metaalprinten.”

Groep bij elkaar houden

Een half jaar na de definitieve aanvraag, anderhalf jaar na het allereerste gesprek, ontving het consortium het subsidiegeld. Jacqueline kon nu haar werk overdragen aan 3D&FPP-projectleider Mariëlle van Hogeschool Rotterdam. “We hadden regelmatig contact,” vertelt Mariëlle. “Het kostte veel inspanning om alle partners betrokken en op één lijn te houden, ook gedurende de uitvoering. Jacqueline was daarbij onmisbaar, omdat ze vanaf het eerste contactmoment bij de partijen was betrokken. Ze kende ieders individuele belangen.”

Als grootste uitdaging noemen Mariëlle en Jacqueline dan ook het samenwerken met internationale partners. “En dit is dan nog een relatief klein project,” benadrukt Mariëlle. “Voordeel daarvan is dat we groot genoeg zijn om verschil te maken, en klein genoeg om een relatie op te bouwen.” Het waren dan ook met name de fysieke bijeenkomsten die de groep verder hielpen en het einddoel binnen bereik brachten.

Resultaat

Er was anderhalf jaar voor nodig om de subsidie binnen te halen, en drie jaar van internationale samenwerking om tot de eerste resultaten te komen. Leverde die enorme inspanning ook wat op voor de CNC-markt? Zonder meer. Het algoritme dat werd ontwikkeld voor het nabewerken kan nu worden gebruikt op de apparatuur van internationale producenten van CNC-besturingen: Siemens, Heidenhain en Funac. Ook Hittech zelf gebruikt het algoritme. Daarnaast noemen de partners het omvangrijke internationale netwerk als waardevolle opbrengst van het project. Marco: “Zonder Jacqueline hadden we deze partijen nooit aan tafel gekregen. En lang niet zo snel dit resultaat bereikt.”

Meer weten?

Neem gerust contact op met Jacqueline!

Jacqueline Schardijn

Jacqueline Schardijn

Senior Business Developer Digital Technology
Nieuwsbrief