Hoe scoort Zuid-Holland als regio? Een analyse van de Regional Competitiveness Index

Op 7 oktober heeft de Europese Commissie de nieuwe versie van de driejaarlijkse Regional Competitiveness Index (RCI) gepubliceerd. De index rangschikt Europese regio’s naar concurrentiekracht. De basis daarvoor is een set van 74 indicatoren. Zuid-Holland eindigt dit keer op plek 13 van de 268 regio’s. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste bevindingen (algemeen en voor Zuid-Holland).

Het volledige rapport is hier beschikbaar.

Belangrijkste bevindingen voor Zuid-Holland

  • Zuid-Holland eindigt op plaats 13 van de 268 regio’s (score: 88,82/100). Daarmee is Zuid-Holland de derde regio van Nederland. Alleen Utrecht (plaats 2, score 98,99) en de Noord-Holland/Flevoland (plaats 9, score 93,20) doen het beter.
  • De vergelijking van Zuid-Holland met Noord-Holland/Flevoland en Utrecht leidt tot weinig interessante inzichten. Op vrijwel alle dimensies scoren de andere twee regio’s even goed of iets beter dan Zuid-Holland. De enige dimensie waarop Zuid-Holland beter presteert dan Utrecht en Amsterdam is health. De dimensie health omvat o.a. de regionale levensverwachting, % kindersterfte en % verkeersongevallen.
  • Het enige verschil tussen de regio’s dat er uitspringt is dat Utrecht (score: 78) 18 punten hoger scoort op innovation dan Zuid-Holland (score: 60). De dimensie innovation omvat 8 indicatoren waaronder R&D uitgaven als percentage van het BRP, wetenschappelijke publicaties en kenniswerkers. Het grote verschil tussen Utrecht en Zuid-Holland lijkt vooral voort te komen uit het verschil in het aantal wetenschappelijke publicaties per miljoen inwoners. In Utrecht ligt dit aantal bijna twee keer zo hoog.
  • Het rapport vergelijkt de concurrentiekracht van Zuid-Holland op elf dimensies ook met andere Europese regio’s met een vergelijkbaar GDP per capita. Zuid-Holland wordt onder andere vergeleken met Noord-Brabant, Wenen, Düsseldorf, Cheshire, Praag en Groningen. Daaruit blijkt dat Zuid-Holland vergelijkbaar presteert op de meeste dimensies. Zuid-Holland doet het t.o.v. van deze benchmark regio’s met name goed op de volgende dimensies:
    • Infrastructure: omvat o.a. bereikbaarheid per trein, auto en vliegtuig.
    • Basic education: omvat o.a. % mensen dat aangeeft geen tweede taal te willen spreken en de bekendheid van scholingsprogramma’s onder de arbeidspopulatie. Wordt gemeten op nationaal niveau.
    • Technological readiness: omvat o.a. het percentage individuen/huishoudens dat toegang heeft tot internet, beschikbaarheid van de laatste technologieën en arbeidsplaatsen in innovatieve sectoren.
  • Zuid-Holland presteert relatief beter dan in 2016, toen eindigde Zuid-Holland op de 18e plaats. Met de huidige 13e plek is Zuid-Holland weer dichter in de buurt van de top-10 plek uit 2013. Bij deze cijfers moet de kanttekening worden geplaatst er jaarlijks kleine aanpassingen worden gedaan aan de precieze indicatoren die worden gebruikt.

Belangrijkste algemene bevindingen

  • Stockholm is de meest competitieve EU regio, gevolgd door Utrecht en Londen (gedeelde tweede plaats). Ook Noord-Holland/Flevoland staat in de top-10, op plaats 9.
  • In grote delen van de EU presteren de hoofdstedelijke regio’s het best. Nederland, Duitsland en Italië zijn daarop de enige uitzonderingen. In Nederland blijft Utrecht de meeste competitieve regio.
  • Alle Nederlandse regio’s presteren boven het Europese gemiddelde. Dit geldt verder alleen voor Denemarken, Duitsland en Oostenrijk en is dus best bijzonder.
  • In Kroatië zijn de interregionale verschillen relatief het kleinst. Ook in Nederland zijn de interregionale verschillen relatief klein. In Frankrijk en Spanje zijn de verschillen in concurrentievermogen tussen regio’s juist erg groot.

Linco Nieuwenhuyzen, EBZ-secretaris, plaatst de cijfers in perspectief

“Nederland 4e op de Global Competitive Index van World Economic Forum, Utrecht en Zuid-Holland resp. 2e en 13e op de Regional Competitive Index van de EU: het rankingseizoen is weer geopend!

Mooi voor marketing en trots op ons prachtige land, maar wat zeggen deze cijfers? Een stijging van plek 6 naar 4 in de GCI klinkt mooi maar zegt in feite weinig: het absolute verschil tussen de nr 1 en de nr 10 is 3,6 op een schaal van 100. Peanuts dus, zoals Boston Consulting Group (BCG) al eerder constateerde in #NL2030. 

Belangrijker is het feit dat de economie anders is gaan functioneren. De regio is het schaalniveau waarop het verschil wordt gemaakt, zo stelt Otto Raspe afgelopen week in een mooi artikel op Me Judice. Die regio-index vind ik daarom interessanter. In Nederland (en Duitsland) zijn verschillen tussen regio’s niet zo groot, maar in veel andere landen springt alleen de hoofdstad eruit.

Conclusie: stadstaat Nederland concurreert met met andere regio’s om een klimaat te creëren dat bedrijven echt concurrentievoordeel geeft. Tegelijk slaat deze index alles plat in macrocijfers. Maar regiovoordelen zijn niet het kleine broertje van de landvoordelen. Het gaat om unieke kenmerken – waarbij de een de ander aanvult.”

Nieuwsbrief