Wat wij doen |
Collecties |
Regiobranding |
Contact |
Social Media |
Elevate your ideas
© 2024 InnovationQuarter
Volgt u het nog? InnovationQuarter kwam het afgelopen jaar uit met ‘sectorstrategieën’, een ‘ecosysteemmodel’ en een ‘impactkader’. Klinkt kek, al die termen, maar wat wordt er nou helemaal mee bedoeld? Reden voor een medewerker om in gesprek te gaan met directeur Rinke Zonneveld: wat gaan we nou concreet doen? En wat deden we hiervoor dan eigenlijk?
“Klopt! Gewoon om wat fitter te worden. Ik word natuurlijk ook een dagje ouder en heb een zittend beroep.”
“Bizar. Ik ben trots op wat we hebben bereikt. Het opzetten en uitvoeren van de Corona-overbruggingslening voor startups springt eruit, maar op alle vlakken hebben we laten zien wat we waard zijn.”
“Maar iedereen zit wel sinds maart thuis. Dat haalt de dynamiek uit je organisatie. We zijn sterk cultuurgedreven en moeten het hebben van spontane kennisuitwisseling. Nu praten we via schermpjes. Dat is efficiënt, maar ik mis de human touch. Niettemin deed ik al een belangrijk deel van mijn netwerk via whatsapp. En dat gaat wel door.”
“Het werkt als een geheugensteun. Als je iemand ziet, weet je weer dat je nog iets met elkaar moest. En je hebt voor samenwerking ook gewoon menselijk contact nodig. Samenwerken gaat niet over zaken alleen, ook over relatie.”
“Het is pure biologie. Alle organismen staan in een bepaalde verhouding tot elkaar. Als dat een gezonde verhouding is, dan heb je een gezond ecosysteem. Er is een fascinerend filmpje over wat er gebeurt als je in Amerika de coyote herintroduceert. Dat doet iets met alle flora en fauna. Een economisch ecosysteem draait om de vraag: heb je alle economische flora en fauna op orde. Speelt iedereen zijn eigen rol, neemt ieder z’n verantwoordelijkheid.”
“Wij hebben een model ontwikkeld op basis van het gedachtengoed van professor Erik Stam. We stellen ons per sector of thema de vraag: waar staan we nu, waar willen we naartoe en aan welke knoppen moeten we draaien om daar te komen. En ook belangrijk: wie moet er dan precies aan die knoppen draaien? In veel gevallen zijn wij dat namelijk helemaal niet zelf als InnovationQuarter. Wij draaien niet aan de knop ‘wet- en regelgeving’. En wij draaien ook maar heel beperkt aan de knoppen ‘infrastructuur’ en ‘talent’.”
InnovationQuarter ontwikkelde een ecosysteemmodel op basis van het gedachtengoed van professor Erik Stam. Dat model biedt handvatten om per sector/thema te analyseren: waar staat een sector nu en waar willen we dat de sector zich naartoe beweegt? Vervolgens zijn er tien ‘knoppen’ waaraan je binnen die sector kunt ‘draaien’, om iets te veranderen aan het succes van de sector.
Bijvoorbeeld ‘marktvraag’: onze glastuinbouw heeft alles in huis om een broccoli te telen met extra gezonde voedingsstoffen. Maar zolang consumenten en supermarkten nog niet weten dat die mogelijk bestaat, zijn er geen afnemers. Je moet dan dus draaien aan de knop ‘marktvraag’.
Of neem de knop ‘netwerken’: de technologische industrie in Zuid-Holland is de grootste van Nederland, maar al die bedrijven bevinden zich in verschillende eindmarkten, van zorg tot luchtvaart en maritieme industrie. Daardoor is er weinig onderlinge samenhang. Dan moet je dus draaien aan de knop ‘netwerken’ om te zorgen dat de onderlinge verbinding en impact van de sector als geheel groter wordt.
De sectorstrategieën die InnovationQuarter het afgelopen jaar maakte, vanuit integrale sectorteams, zijn uitwerkingen van het ecosysteemmodel. Per sector (of thema, zoals energietransitie) is een gedetailleerde analyse gemaakt van waar de sector staat, waar hij heen beweegt en aan welke knoppen er gedraaid moet worden om er te komen. Daarbij is er gekeken aan welke knoppen InnovationQuarter zelf kan draaien, maar nadrukkelijk ook aan welke knoppen onze partners draaien om een sector vooruit te helpen. Deze sectorstrategieën vormen de focus van de activiteiten van InnovationQuarter voor de komende jaren.
Er is een interne beslisboom gemaakt om onze inspanningen te toetsen aan strategisch-economische impact én maatschappelijke impact. Wat betreft maatschappelijke impact nemen de Sustainable Development Goals (SDG’s) als uitgangspunt. Die dienen als knock-in- of knock-outcriterium voor investeringen, landingen van buitenlandse bedrijven en innovatieprojecten. Kunnen we een buitenlands bedrijf laten landen dat wel banen oplevert, maar in strijd is met een van de SDG’s? Dan laten we dat bedrijf waarschijnlijk aan Zuid-Holland voorbijgaan. En past een investering niet helemaal binnen onze sectorstrategieën, maar levert hij wel een significante bijdrage aan de SDG’s? Dan overwegen we om alsnog te investeren.
“Het model scherpt je gedachten. Wij hebben in Zuid-Holland de grootste technologische industrie van Nederland. Stel dat in dat ecosysteem alle seinen op groen staan; de financiering is op orde, er is voldoende marktvraag, enzovoorts. Maar ondertussen staat talent diep in het rood. Dan heb je er niet zo veel aan dat alle andere seinen op groen staan. Je kunt als industrie niet doorgroeien als er geen beschikbaar talent. Dit model helpt om de juiste discussies met elkaar te voeren.”
“Ja.”
“Toen deden we dingen niet als kip zonder kop, zeker niet. Maar we hadden het gesprek er minder over en waren minder expliciet in onze keuzes. We waren bovendien erg resultaatgericht, dat zit ook in mijn eigen aard. Weer een investering gedaan, weer een buitenlands bedrijf binnengehaald. Ok, weer een bedrijf, en dan? Wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van dat bedrijf?”
“Wat heeft meer waarde? Chris [van Voorden, red.] laat met zijn team 5 Indiase startups landen die ieder met twee man komen kijken of ze hier de markt kunnen veroveren. En lukt dat niet, dan zijn ze binnen drie jaar weer weg. Of het team haalt een heel belangrijke speler binnen op het gebied van robotica, quantum of energietransitie? Bij de eerste tellen we 5 landingen, bij de tweede slechts 1, maar die ene heeft veel meer impact. Dus ja, die focus op kwantiteit verandert.”
“Het begint met je interne opgave: hebben wij zelf de neuzen dezelfde kant op? Intern zoeken we dat ecosysteemdenken op door middel van sectorteams. Daarin zitten de sectorspecialisten vanuit zowel het team Innoveren, Investeren als Internationaliseren bij elkaar. Die drie specialismen hebben het afgelopen jaar sámen gewerkt aan die sectorstrategieën. In het benutten van die cross-oververbindingen zie je dat we voorlopen. Dat levert soms ook enige weerstand op: heel goed dat jullie zo actief bezig zijn, InnovationQuarter, maar wie zegt dat jullie keuzes de juiste keuzes zijn?”
“Niemand zegt dat. Het zijn ónze keuzes, op basis van onze vakkennis, op basis van strategische documenten van andere partijen, van nationale en internationale ontwikkelingen, op basis van ons dagelijkse contact met Zuid-Hollandse bedrijven. Maar die kennis is dynamisch.”
“Extern vraagt iemand zich soms af: plaatst InnovationQuarter zich met deze sectorstrategieën niet te centraal? Dan leggen we uit dat we de sectorstrategieën in de eerste plaats voor onze interne afwegingen gebruiken. Als je kijkt hoeveel boterhammen wij moeten beleggen met één pakje boter…geloof me, dat wordt steeds dunner. Dus we moeten scherpe keuzes maken. Je wilt je middelen inzetten waar je strategisch-economische impact het grootst is.”
“En als we als regio dat ecosysteemdenken verder willen brengen, dan zijn wij zeker niet in alle gevallen de belangrijkste partner. Wij kunnen dit helemaal niet alleen.”
“Dat is wel de bedoeling. Wij hebben met elkaar gezegd: 80% van onze investeringen moet ecosysteemversterkend zijn en bijdragen aan onze sectorstrategieën. Maar als je heel eerlijk bent, dan denk ik niet dat we in eerdere jaren aan die 80% kwamen.”
“Vroeger zeiden we: je hebt financieel rendement en maatschappelijk rendement. En met maatschappelijk rendement bedoelden we eigenlijk: aantal banen en hoeveelheid geïnvesteerd vermogen. En nu zeggen we: je hebt financieel rendement en strategisch-economisch rendement. En dan kijken we naar: past dit bedrijf in ons ecosysteem? Wat is de toegevoegde waarde?”
“Dit moet je ook niet te veel willen kwantificeren, liever steeds verder kwalificeren. Hang vooral niet overal een kpi aan, want dat betekent ook meer verantwoording en een grotere papierwinkel. Ik heb altijd moeite met dit soort doelen. Stel dat wij helemaal niks doen, dan wordt het doel misschien ook wel behaald. En als we er alles aan hebben gedaan, dan misschien niet. De relatie met je eigen inspanningen is vaak flinterdun.”
“Nou, die situatie hebben we dus echt gehad binnen InnovationQuarter. Een investeringsmanager kreeg in haar eerste jaar de hoogste beoordeling binnen de organisatie, maar had in dat jaar nul investeringen gedaan. En daar kon zij niks aan doen.”
“Als het goed is wel. Je ontwikkelt gemeenschappelijk vocabulaire; dat geeft gezamenlijk richting. Door te delen hoe je het voor je ziet, hebben partijen iets om zich aan te committeren. Dat scherpt ook onze eigen gedachten, door de inzichten die die partijen weer meebrengen.”
“Dat onze support doordachter is. Dat we scherpere keuzes maken in wat we doen. Dat we ze beter kunnen inbedden in ecosystemen, doordat we rond innovatieprogramma’s steeds meer vanuit ecosysteemperspectief werken. Maar ondernemers zullen ook gaan horen: helaas, daar zijn we niet van.”
“Een ondernemer hoeft van mij niet over twee jaar te zeggen: ik ben zó blij dat InnovationQuarter die omslag is gaan maken naar het ecosysteemdenken… Nee, daar hoeven zij geen lust of last van te hebben.”
“Nee, nog niet. We moeten dit nog verder operationaliseren. Bovendien bekt die directe economische impact gewoon het makkelijkst. Een gemeenteraad wil gewoon weten: wij geven geld aan die club, wat levert dat op? Dan communiceert ‘een x aantal banen’ echt een stuk makkelijker dan ‘ecosysteeminterventies’.”
“Binnen het fonds ENERGIIQ meten we bijvoorbeeld de voorkomen CO2-uitstoot. Dat is een strategisch-economische indicator. Een ander voorbeeld: de hoogte van de R&D-uitgaven. Of het aantal bedrijven dat deelneemt aan innovatieprogramma’s.”
“Ja.”
“Ja, denk het wel.” Hij glimlacht. “Er speelt momenteel niks. Ik had voorgaande jaren altijd veel op m’n verlanglijstje staan, zoals het energietransitiefonds. Nu staat er niet zo veel meer op m’n verlanglijstje. Misschien maar goed ook. Een klein beetje rust in de tent kan geen kwaad. Ook voor mezelf.”
Neem gerust contact met ons op!